De opleiding
Als jong huisarts besloot ik mij in te schrijven bij een opleiding manuele geneeskunde. Het leek mij prachtig om met mijn handen mensen te genezen van een blessure. Een bekwaamheid die ik miste. Ik vermoedde dat manuele artsen intensiever contact maakten met hun patiënten door de aanraking. Het leek mij niet meer dan logisch dat dit een soort natuurkracht is waar de arts gebruik van kan maken.
Ik volgde de opleiding in Eindhoven. Het vak stond in de traditie van de Amerikaanse osteopathie, die na de oorlog verder was uitgewerkt door Britse osteopaten en artsen en fysiotherapeuten in West- en Oost-Europa. Het blijft een vergeten kunde, zonder officiële status, die door veel artsen als ongeloofwaardig of als alternatief wordt afgedaan. Ik vind het een prachtige en effectieve methode, tijdloos en universeel, in het spoor van Hippokrates en volksgeneeskundige tradities.
Begrijpen en voelen
Na drie jaar lang op mijn studiegenoten geoefend te hebben, was ik klaar om mijn eigen consultmodel te ontwikkelen. Ik zag mensen met allerlei klachten van rug en ledematen, beperkingen of onbehandelbare chronische pijn. Door de klacht te interpreteren en te vragen naar mogelijke oorzaken die de patiënt zelf ziet, kom ik al een heel eind. Ik kan dan al iets zeggen over de vermoedelijke toedracht, een blessure of overbelasting waarop het lichaam is gaan verstijven, blokkeren. Door een mechanisme voor de klacht te benoemen krijgt de patiënt hoop op herstel. Hij/zij zegt vaak, “U bent de eerste die begrijpt wat ik heb!” Als het me lukt, geef ik zo een stuk van de regie terug aan de patiënt. Daarna onderzoek ik de patiënt en kijk ik of ik mijn theorie kan terugvinden in zijn lichaam. Ik kijk naar dezelfde gewrichten en structuren als de orthopeed of de huisarts, maar het palperen en testen gebeurt rustiger en kleiner, zodat kleinere verschillen voelbaar worden. Zo kan ik bijvoorbeeld voelen dat een middenhandsbeentje niet meebeweegt, het sprongbeen in de enkel beperkt mobiel is, een nekwervel niet rechtsom kan roteren, een aantal rugwervels niet goed samen bewegen, om wat voorbeelden te noemen, de rij met stoornissen is groot. Elk gewricht met haar omliggende weefsels is een orgaan, dat reageert op het geheel. Vaak is een bewegingsketen aangedaan, bijvoorbeeld rug-schouder-arm, of tenen-enkel-knie.
De behandeling
Dan komt de behandeling door met een drukkende of trekkende beweging een beperking of blokkering te overwinnen en een bepaald gewricht in werking te verruimen. Dit gebeurt in een speciale houding waardoor ik het aangedane gewricht kan fixeren. Tijdens de behandeling, ook al tijdens het onderzoek, kan er behoorlijk wat lichaamscontact zijn tussen arts en patiënt. Bij rugklachten bijvoorbeeld ligt de patiënt op zijn zij, en ik hang ver over hem heen. Bij een mobilisatie van de nek fixeer ik het hoofd van de patiënt tegen mijn romp. Het ene lichaam helpt het andere lichaam! Als een dans. Vind ik een mooi gegeven.
Vaak hebben mensen na een mobilisatie een ontlading, een schaterlach, een verbaasde kreet, een schreeuw, soms tranen. Het is bijzonder hoe het menselijk lichaam kennelijk in staat is om een kwetsuur op te slaan in het bindweefsel. Om pijn te vermijden bevriest het betreffende lichaamsdeel of gewricht. In sommige gevallen is dat voor langere tijd. De angst om weer te gaan bewegen is blijkbaar te groot. Ik denk dat blokkeringen ook ontstaan door ingehouden boosheid en onderdrukte agressie. Verder breng ik blokkeringen in verband met zittend werk, waardoor iemands energie te weinig kan ontladen. De frustratie en gespannenheid die hieruit volgen, vinden hun weerslag in het lichaam.